Om Uw kennis van vogels te testen kunt U de onderstaande filmpjes gebruiken. Probeer maar eens.

Vogels

De staartmees is een vakkundig nestenbouwer zoals je op de volgende foto kunt zien.Een goed gecamoufleerd bolletje met een kleine opening.Een hele toer om ook de lange staart binnenboord te krijgen.

E

Sterke staaltjes van nestbouw bij vogels leveren de Weversoorten.Maar daar moet je wel voor op reis om dat te zien.Hierboven enkele fotoos ervan.Beneden op de foto ,in de bloempot, heeft een roodborst een nest gebouwd.Bovenin zie je 2 snaveltjes van de jonge vogels.

WINTERGASTEN:

In de wintertijd kunnen we vaak vogels in het veld aantreffen die we daar in het broedseizoen niet zien .Dat zijn de zogenaamde WINTERGASTEN ,dat wil zeggen vogels die,vaak in zwermen, zich steeds verplaatsen op zoek naar voedsel.Meestal zakken ze van de nog koudere noordelijke gebieden af naar het Zuiden. Een vaak te spotten wintergast is de koperwiek.Zie de rechtse foto beneden.De kramsvogel links daarvan wordt ook vaak tot de wintergasten geteld maar dat is niet juist omdat hij ook wel eens in Nederland broedt en daarom tot de JAARVOGELS behoort.


Hier volgt iets meer uitleg over WINTERGASTEN en DWAALGASTEN.

In het winterhalfjaar verlaten vanwege voedselgebrek miljoenen vogels Scandinavië en Rusland. Degenen diezuidwestwaarts trekken, komen naar Nederland, België, West-Frankrijk en Zuid-Engeland en soms nog verder. Hier is het klimaat gematigder onder invloed van de Golfstroom. Daardoor blijft er wel voedsel aanwezig. Zo'n vogel noemen we bij ons wintergast.

Echte wintergasten in Nederland zijn:

In dit rijtje mis je de Kolgans, de Kramsvogel en de zeearend. Hiervan zijn ook enige broedvogels in Nederland. Daarom behoren ze niet tot de wintergasten, maar zijn het jaarvogels.

Het voorkomen van vogels in Nederland wordt in de Avifauna van Nederland 2, blz. 9 als volgt gedefinieerd:

jaarvogel

= het hele jaar aanwezige

broedvogel.

zomervogel

= buiten Nederland overwinterende

broedvogel

jaargast

= het hele jaar aanwezige

niet-broedvogel

wintergast

= in het winterhalfjaar aanwezige

niet-broedvogel

zomergast

= in het zomerhalfjaar aanwezige

niet-broedvogel

doortrekker

= alleen in de trektijd aanwezige

niet-broedvogel

standvogel

= broedvogel die geen trek vertoont

 

Let op!
Jaarvogel en zomervogel niet verwarren met jaargast en zomergast.

Een ander voorbeeld van een prachtige wintergast is de KEEP op de foto beneden.

DWAALGASTEN,....daar kunnen ook andere dieren dan vogels mee dedoeld worden. 

Een dwaalgast is een dier dat in een bepaald gebied slechts enkele keren is gesignaleerd. Soms worden er in zee levende zoogdieren mee aangeduid, somsvleermuizen of insecten, maar het betreft meestal vogels.

De vogel (of het andere dier) komt ergens normaal niet voor, maar verlaat door extreme omstandigheden zoals kou, ziekte, droogte of voedselgebrek de natuurlijke habitat. Ook oriëntatieproblemen spelen een belangrijke rol, vooral bij de zeezoogdieren.

Een dwaalgast is een relatief begrip, want ieder land of gebied heeft zijn eigen soorten. Voorbeelden voor Nederland en België zijn:

Vogels

De JAARVOGEL die we in de winter regelmatig in groepjes in het veld en parken kunnen aantreffen is de KRAMSVOGEL. Laatst meen ik in zo'n groep ook enkele KOPERWIEKEN (wintergast) gezien te hebben en ook mijn metgezel op die wandeling veronderstelde dat ,maar heel zeker weten doen we het niet.Hieronder zie je nogmaals de KRAMSVOGEL.